Oma en kleinkinderen

Hebben grootouders recht op omgang met hun kleinkinderen na een echtscheiding?

Een echtscheiding is niet alleen ingrijpend voor de ouders, maar ook voor de grootouders. Helemaal wanneer hun ex-schoonzoon of -dochter beslist dat zij de kleinkinderen niet meer mogen zien. In Nederland hebben grootouders geen wettelijk recht op een omgangsregeling, maar ze kunnen er wel om vragen bij de rechter. Waar kijkt de rechter allemaal naar? En is er nog iets mogelijk buiten de rechter om?

 

Bijzondere band

Grootouders hebben vaak een bijzondere band met hun kleinkinderen. Wegens de hoge kosten van kinderdagverblijven passen veel opa’s en oma’s bijvoorbeeld één of meerdere dagen in de week op. Na een echtscheiding zien familieaangelegenheden er anders uit, wonen de kleinkinderen (een deel van de tijd) misschien verder weg en zien grootouders hun ex-schoonzoon of -dochter waarschijnlijk minder. Als hij of zij ook nog eens beslist dat opa en oma de kleinkinderen niet meer mogen zien, is dat voor de grootouders vaak bijzonder pijnlijk.

Geen wettelijk omgangsrecht

Ondanks de bloedband tussen grootouders en hun kleinkinderen hebben ze geen wettelijk omgangsrecht. Via de rechter kunnen ze wel een omgangsregeling afdwingen. De rechter kijkt daarbij naar twee dingen:

  1. Is er sprake van een ‘nauwe persoonlijke betrekking’?
  2. Is een omgangsregeling in het belang van het kind?

Nauwe persoonlijke betrekkingOpa en kleindochter

Stapt u naar de rechter om een omgangsregeling te vragen? Dan moet u bewijzen dat u een ‘nauwe persoonlijke betrekking’ heeft met uw kleinkind. Uit de jurisprudentie blijkt dat dit meer moet omvatten dan af en toe eens langsgaan. De grootouders moeten bijvoorbeeld zorgtaken uitvoeren, frequent en structureel contact hebben of de kleinkinderen een tijdje in huis hebben genomen.

Er is geen formule die bepaalt wat een ‘nauwe persoonlijke betrekking’ is, het is aan de rechter om hierover te oordelen. Uit de jurisprudentie blijkt dat rechters hier behoorlijk afwijkende opvattingen over hebben.

Belang van het kind

Nadat de rechter heeft geoordeeld dat er sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking, kijkt hij of een omgangsregeling in het belang van het kind is. In principe zal de rechter constateren dat dit zo, maar er zijn uitzonderingen.

Uitzonderingen

Uitzonderingen zijn bijvoorbeeld als de relatie tussen grootouders en ouder(s) dusdanig is verstoord dat omgang tussen opa en oma en het kleinkind niet bespreekbaar is. Of als de grootouders zich veel in de echtscheiding hebben gemengd en kwaadspraken over één van de ouders. Ook kan een rechter een omgangsregeling weigeren als er sprake is van een vechtscheiding en de ouders in een strijd verwikkeld zijn over de zorgregeling voor het kind.

De omgangsregeling

Heeft een rechter bepaald dat er een omgangsregeling moet komen? Dan kan hij daar eisen aan stellen. Bijvoorbeeld dat de omgang bij de ouder(s) thuis moet plaatsvinden, of dat de grootouders de kleinkinderen thuis moeten ophalen en afzetten. Wanneer er al een tijdje geen contact meer is geweest tussen de grootouders en de kleinkinderen, oordeelt de rechter waarschijnlijk dat de omgang geleidelijk moet worden opgebouwd.

Mening van het kindGrootmoeder op een bankje

Zijn de kleinkinderen twaalf jaar of ouder, dan mogen zij hun mening geven. Dat kan schriftelijk, of voorafgaand aan de zitting mondeling bij de rechter. Wanneer het kind stelt dat hij veel bezwaren heeft tegen een eventuele omgang met de grootouders, zal de rechter dit meenemen in zijn antwoord op de vraag of de regeling in het belang van het kind is. Kinderen onder de twaalf worden alleen in uitzonderingssituaties gehoord.

Informatieregeling

Grootouders kunnen bij de rechter ook verzoeken om een informatieregeling. Dat betekent dat de ouders hen moeten vertellen hoe het met het kind gaat. Zo moeten de ouders hen bijvoorbeeld foto’s sturen en informeren over de voortgang op school en gezondheidssituatie. Zo’n informatieregeling kan bestaan naast de omgangsregeling. Maar het kan ook door de rechtbank worden opgelegd als er (nog) geen omgangsregeling is, zodat opa en oma toch op de hoogte blijven zonder hun kleinkinderen te zien.

Mediation

We hebben uitgelegd hoe een gang naar de rechter werkt. Maar als één van de ouders omgang tussen de grootouders en kleinkinderen weigert, is mediation eigenlijk de geijkte eerste stap. Een (echtscheidings)mediator gaat dan met de ouder(s), grootouders en (eventueel) de kinderen om de tafel zitten. Het doel: een oplossing uitwerken waar álle partijen zich in kunnen vinden. Lukt dat niet, dan kunnen de grootouders alsnog naar de rechter stappen.

 

Mag u als grootouder uw kleinkind(eren) niet meer zien? Neem dan geheel vrijblijvend contact op met de familierechtadvocaten en (echtscheidings)mediators van Van Ekelen & Poort in Eindhoven.