Wat is verzorgingsvruchtgebruik van woning en inboedel?

Komt uw partner te overlijden en laat hij of zij het koophuis en de inboedel na aan andere erfgenamen dan uzelf, bijvoorbeeld aan de kinderen? Dan kunt u mogelijk alsnog in het huis blijven wonen door aanspraak te maken op het verzorgingsvruchtgebruik. U heeft hier recht op als u onvoldoende middelen heeft om een andere woning te betrekken. De woning en inboedel worden uiteindelijk eigendom van de erfgenamen, maar u mag er de rest van uw leven gebruik van maken.

 

 

U staat nooit meteen op straat

Als uw partner zijn of haar woning aan een derde achterlaat, komt u nooit meteen op straat te staan. Volgens de wet mag u de woning en inboedel nog zes maanden gebruiken. Dit wordt het voortgezet gebruik genoemd. Het verzorgingsvruchtgebruik gaat veel verder. Wilt u aanspraak maken op het verzorgingsvruchtgebruik? Dan moet u dit binnen de periode van zes maanden na het overlijden van de erflater doen.

Wat zijn de voorwaarden?

Een voorwaarde voor het recht op vruchtgebruik is dat u de woning ten tijde van het overlijden van uw partner bewoonde. U moet daarnaast aannemelijk maken dat er sprake is van een verzorgingsbehoefte. In beginsel wordt er altijd vanuit gegaan dat er een behoefte bestaat aan een voortgezet gebruik van de woning en de inboedel. De erfgenamen zijn verplicht om mee te werken aan de vestiging van het vruchtgebruik.

Vruchtgebruik op andere goederen

Naast de woning en inboedel kunt u mogelijk ook aanspraak maken op vruchtgebruik van andere goederen in de nalatenschap, bijvoorbeeld spullen of vermogensrechten. De rechter kan u toestemming geven om goederen te verkopen om daarmee in uw levensbehoeften te voorzien of om schulden af te lossen.

Bezwaar van de erfgenamen

Zijn de erfgenamen het niet eens met uw aanspraak op het vruchtgebruik? Vinden zij bijvoorbeeld dat u over voldoende financiële middelen beschikt en u het vruchtgebruik helemaal niet nodig heeft? Dan kunnen zij naar de rechter stappen. U kunt in dat geval een advocaat inschakelen om uw belangen te behartigen. Bij de uitspraak houdt de rechter rekening met de volgende punten:

  • Wat is uw leeftijd?
  • Hoe ziet de samenstelling van uw huishouden eruit?
  • Heeft u de mogelijkheid om in uw eigen verzorging te voorzien, bijvoorbeeld door middel van loonarbeid, pensioen of eigen vermogen?
  • Welk verzorgingsniveau is passend bij uw omstandigheden? Het uitgangspunt hierbij is overigens niet dat u onder alle omstandigheden hetzelfde leefpatroon van voorheen moet kunnen voortzetten.

Werken de erfgenamen niet mee?

Willen de erfgenamen ondanks deze wettelijke verplichting niet meewerken aan het verzorgingsvruchtgebruik? Dan kunt u naar de rechter stappen. Hierbij is het aan te raden om een advocaat in de arm nemen. Let op: u kunt tot één jaar en drie maanden na het openvallen van de nalatenschap een vordering instellen. Daarna verjaart deze.

Vastleggen in het testament

Om vooraf duidelijkheid te creëren voor alle nabestaanden, kan de erflater het vruchtgebruik van de woning en inboedel ook vastleggen in zijn of haar testament. Hierin kan de erflater bijvoorbeeld aangeven dat de kinderen eigenaar worden van de woning, maar dat de partner met wie de erflater samenwoont het huis mag blijven gebruiken. Dit wordt vaak gedaan als een erflater een nieuwe partner krijgt en hij of zij deze partner goed wil achterlaten. In het testament is het eveneens mogelijk om vast te leggen dat het vruchtgebruik stopt als de partner bijvoorbeeld opnieuw trouwt of naar een verzorgingshuis gaat.

 

 

Mr. Emmy van Ekelen is als advocaat en mediator gespecialiseerd in het erfrecht. Neem contact op met Van Ekelen & Poort | Advocaten & Mediators in Eindhoven voor vrijblijvend advies over uw situatie.