Het recht op omgang bestaat niet alleen voor ouders, maar ook voor anderen. Zoals opa’s en oma’s, stiefouders en andere belangrijke personen in het leven van een kind. Althans: onder bepaalde omstandigheden. Wie hebben er allemaal recht op omgang met een kind? Welke voorwaarden gelden daarvoor? En hoe kunnen ze het afdwingen?
Regelmatig contact onderhouden
Het recht op omgang wil zeggen dat iemand is gerechtigd om regelmatig contact met een kind te hebben. Omgang en gezag worden vaak in één zin genoemd. De begrippen zijn weliswaar verwant, maar tegelijkertijd zit er ook een groot verschil tussen. Wie het gezag heeft over een kind, is verantwoordelijk voor de opvoeding en verzorging van een kind en mag belangrijke beslissingen nemen.
Ieder kind heeft recht op omgang met zijn ouders, ook als zij geen gezag hebben. Daarnaast kan iemand die een ‘nauwe en persoonlijke betrekking’ met het kind heeft, recht op omgang afdwingen bij de rechter. Daarvoor moet er sprake zijn van een hechte band, frequent contact en een significante bijdrage in de opvoeding en verzorging. De rechter zal dit verzoek echter afwijzen als de omgang in strijd is met de ‘zwaarwegende belangen van het kind’.
Wie heeft recht op omgang?
Wanneer een man en een vrouw óf een vrouw en een vrouw gehuwd of geregistreerd partners zijn (voortaan: gehuwd) en er wordt een kind geboren, dan hebben beide partners automatisch gezag en dus recht op omgang. Daarnaast kunnen de volgende personen aanspraak maken op het omgangsrecht:
Biologische vader
Is de biologische vader niet gehuwd met de moeder, dan moet hij het kind erkennen om recht op omgang te krijgen. Weigert de moeder hieraan mee te werken? In dat geval kan de vader naar de rechter stappen om het omgangsrecht af te dwingen.
Wilt u als biologische vader die het kind niet heeft erkend aanspraak maken op het omgangsrecht? Dan moet u een nauwe en persoonlijke band met het kind kunnen aantonen. Daarop geldt een uitzondering. Als u vanaf de geboorte wel contact wílde maar dit heeft nooit plaatsgevonden door bepaalde omstandigheden, dan kan de rechter de omgang toch toewijzen – zolang dit tenminste in het belang van het kind is.
Opa’s en oma’s
Grootouders hebben doorgaans een goede band met hun kleinkinderen en worden vaak ingeschakeld als oppas. Wat we helaas veel zien in de praktijk: bij een echtscheiding raken opa en oma ongewild het contact met de kleinkinderen kwijt. Zijn ze in staat een nauwe en persoonlijke betrekking aan te tonen, dan kunnen ze omgang afdwingen bij de rechter.
Af en toe oppassen kwalificeert hiervoor niet. Ze moeten echt een aanzienlijk deel van de verzorging en opvoeding op zich nemen. Momenteel ligt er een wetsvoorstel, waarvan het niet zeker is of dat het aangenomen gaat worden. Als deze nieuwe wet wordt aangenomen, geldt er standaard een vermoeden dat grootouders een nauwe en persoonlijke band hebben. Ook bij af en toe oppassen zou er daardoor sprake zijn van recht op omgang.
Van Ekelen & Poort is niet per se voorstander van deze wetswijziging. Kinderen zijn per definitie slachtoffer van een echtscheiding en worden regelmatig onderdeel van een steekspel tussen de ouders. Als deze nieuwe wet wordt doorgevoerd, ontstaat er nóg meer discussie over wie er wanneer omgang mag hebben met de kinderen.
Andere mensen
Het recht op omgang blijft niet beperkt tot ouders en grootouders. Ook andere mensen die in een nauwe en persoonlijke betrekking tot het kind staan, kunnen het omgangsrecht afdwingen. Bijvoorbeeld:
- Een stiefouder, broer, zus, oom, tante, neef, nicht of ander familielid
- Pleegouders (die langere tijd voor het kind hebben gezorgd)
- Andere personen die belangrijk zijn in het leven van het kind, zoals een langdurige verzorger of een goede vriend van de familie.
Duomoeder
Een duomoeder (of ‘meemoeder’) die gehuwd is met de biologische moeder, wordt automatisch juridisch ouder en verkrijgt dus het omgangsrecht. Zijn de vrouwen niet getrouwd, dan is erkenning of adoptie door de duomoeder nodig om recht op omgang te verkrijgen. Let wel: heeft de bekende zaaddonor het kind erkend, dan heeft het kind al een juridische vader – terwijl een kind slechts twee juridische ouders kan hebben.
Als een duomoeder in het dagelijks leven intensief betrokken is bij de opvoeding en verzorging, kan zij het recht op omgang aanvragen bij de rechter. Ook dan geldt dat er sprake moet zijn van een nauwe en persoonlijke betrekking.
In het geval van een bekende donor is het, liefst al vóór de geboorte, verstandig een donorovereenkomst op te laten stellen door een gespecialiseerde familierechtadvocaat. Daarin moet u onder meer zaken als gezag en omgang regelen. Familierechtadvocaat en mediator mr. Emmy van Ekelen stelt regelmatig donorovereenkomsten op.
Omgangsregeling
Afhankelijk van de situatie, kunnen de afspraken rondom de omgang worden vastgelegd in een omgangsregeling. Dit gebeurt bijvoorbeeld vaak bij echtscheidingen. In een omgangsregeling kunt u bijvoorbeeld opnemen wanneer en hoe lang de kinderen naar welke volwassene gaan. U kunt de rechter verzoeken om de gemaakte afspraken te bekrachtigen. De regeling wordt daardoor afdwingbaar. Beide ouders moeten zich aan de afspraken houden. Doen ze dat niet, dan geldt de omgangsregeling als stok achter de deur.
Mediation voor omgangskwesties
Omgang is nogal eens een heet hangijzer. Vooral bij vechtscheidingen, maar denk ook aan een bekende donor die omgang met een kind wil terwijl dit niet (expliciet) is afgesproken. Mediation is een zeer geschikte manier om dit soort kwesties op te lossen. Een onafhankelijke bemiddelaar praat met alle belanghebbenden en werkt toe naar een oplossing die voor íédereen wenselijk (of in ieder geval: acceptabel) is.
Lukt het zelfs via mediation niet om tot een geschikte omgangsregeling te komen? Dan kunt u de rechter verzoeken om naar de zaak te kijken. De rechtbank neemt zowel de belangen van het kind als van de ouders (of anderen die omgang willen) mee.
Komt u uit de regio Eindhoven en kampt u met een probleem op het gebied van omgang? Neem vrijblijvend contact op met de zeer ervaren familierechtadvocaten en -mediators van Van Ekelen & Poort.